zaterdag 7 november 2009

Kwartet!

Doel
Spel, Conditie, Pupillen actief bezig houden

Materiaal
Een kwartet of kaart spel.

Uitvoering
Verdeel de pupillen in twee (of meer) groepjes.
Schut de kaarten en deel aan ieder groepje vier kaarten uit.
Ga op enige afstand staan (een leuke plek zoals in een zandbak of op een heuvel)
Twee groepsleden nemen ieder keer één kaart mee en komen deze ruilen. Ze rennen direct weer terug. Aangekomen bij de rest van de groep wordt er gekeken of er een kwartet is. Is dat niet zo gaan de volgende twee pupillen een nieuwe poging wagen.
De groep de als eerste een kwartet heeft roept heel hard "kwartet" en heeft gewonnen.

Variaties
De kaarten kunnen blind worden gegeven, hierdoor duurt het spel wat langer...

woensdag 4 november 2009

Ik ga op reis en neem mee...

Doel
Conditie, Pupillen actief bezig houden

Materiaal
Twee (of meer) setjes van kaartjes met verschillen plaatjes van spullen die je mee neemt op vakantie. Bijvoorbeeld een zonnebril, en koffe, een tent, een bal etc etc etc.
Twee (of meer) lijstjes met een overzicht van afbeeldingen.

Uitvoering
Leg de kaartjes door elkaar heen op enige afstand neer (leuk op een heuvel of na een klein cross parcours). Maak twee (of meer) groepjes.

Ieder groepje werkt het lijstje af.
Telkens gaan er twee leden van het groepje op vakantie en halen het artikel op dat wordt genoemd. Na terug komst gaan de volgende twee net zo lang totdat alle spullen die nodig zijn voor de vakantie zijn opgehaald.

Het groepje dat als eerste de vakantieuitrusting kompleet heeft heeft gewonnen.

Variaties
Verzin het maar...

zondag 1 november 2009

Ren je Rot

Doel
Verschillende doelen zijn mogelijk, zie ook variaties.
Het spel is te gebruiken voor duur trainingen maar ook voor sprint onderdelen.
Pupillen actief bezig laten zijn zonder dat ze dat direct in de gaten hebben.
Leuk als afsluiting van een training.

Materiaal
Verschillende kwis vragen op het nivo van de pupillen
Verschillende gekleurde pionnen of gemarkeerde pionnen (bv A, B en C)

Een vertaling van het al oude maar nog steeds leuke "Ren je Rot"
Leg de pupillen een vraag voor en geef drie mogelijke oplossingen.
Na het roepen van het bekende "Ren je Rot" mogen de pupillen naar de gekleurde of gemarkeerde pion rennen waarvan zij denken dat het het juiste antwoord is.
Met ieder goed antwoord kan je een punt verdienen!
Vervolgens weer terug naar de startpositie en herhaal tot de vragen op zijn of de tijd die voor ogen was is gehaald.

Variaties
1) duur training, plaats de pionnen op een aanzienlijke afstand. Stel hierbij de vragen op een rustig tempo en laat de pupillen rustig naar de pionnen rennen.
2) sprint training, plaats de pionnen dichter bij en laat de pupillen zo snel als ze kunnen naar de pionnen rennen. Als een extra stimulans kan de eerste die aankomen een extra punt verdienen.

zaterdag 31 oktober 2009

Reken en Ren

Doel
Duurtraining voor Pupillen. Een lange periode op een rustig tempo lopen zonder dat de pupillen het in de gaten hebben.

Materiaal
Bordjes met de cijfers 1 t/m 9
Een aantal A4-tjes met een 20-30 tal verschillende sommetjes met uitkomsten van 1 t/m 9

Uitvoering
Plaats de bordjes op verschillende zichtbare plaatsen rond het middenveld van de baan.
Verdeel de pupillen in groepjes. Ieder groepje wordt geholpen door een trainer of er wordt een ploegleider aangewezen.
Ieder groepje krijgt een lijst met sommetjes.
Los een sommetje op en ren naar het bordje dat overeenkomt met de de uitkomst.
Rennen gaat als één groep, dus blijf bij elkaar.
Bij het bordje aangekomen wordt de volgende som opgelost en gaat de groep naar het volgende antwoord etc etc etc.
De groepjes rennen gedurende een bepaalde tijd kris kras over het veld.
Na 10-15 minuten alle groepjes tegelijk laten stoppen. (langer kan natuurlijk ook, dit hangt sterk af van de pupillen en het trainingsdoel).

Variaties
Het is mogelijk om er een wedstrijd element aan te koppelen al hoewel dit niet het lopen in een rustige tempo bevorderd.
Je kan de pupillen op vele manieren op pad sturen, niet alleen met sommetjes... met enige fantasie is er heel wat te bedenken.

Aandachtspunten
Hou rekening met eventuele andere activiteiten van andere trainingsgroepen op het midden terrein. Zeker wanneer er werp onderdelen worden geoefend moet er voor worden gezorgd dat pupillen niet in de zones van deze activiteiten kunnen komen.
Breng de bordjes op plaatsen aan waardoor dit niet kan gebeuren of zorg voor duidelijke markeringen van de zones. Het zal duidelijk zijn dat een leeg veld optimaal is voor deze oefening.

Looptechniek

Doel
Eenvoudige looptechniek oefeningen.

Materiaal
  • 10 hoedjes
  • 1 pion
Uitvoering

  • 10 hoedjes op gelijkmatige afstand (0,50 meter) van elkaar verdelen.
  • Vanuit laatste hoedje 20 grote stappen nemen en pion neerzetten.
  • Doel is om tussen de hoedjes de looptechniek te oefenen.
  • In dit voorbeeld kan dit kniehef zijn.
  • Door de korte afstand tussen de hoedjes, wordt ook op frequentie getraind.
  • Na laatste hoedje, sprinten naar pion en rustig weer terug naar startlijn.
  • Paar keer herhalen en toepassen van andere varianten.
Varianten
  • Wissel kniehef met beide benen af met kniehef 1 been.
  • Varieer bijvoorbeeld met hinkelpassen op 1 been (goed om het zwakke been te oefenen)
  • Varieer bijvoorbeeld met kikkersprongen (goed voor kracht)
  • Varieer bijvoorbeeld met zijwaartse passen
  • Varieer bijvoorbeeld met niet gelijkmatige afstand tussen de hoedjes, bijvoorbeeld 3x lang, 3x kort.

Volleybal

Doel
baltechniek in spelvorm.

Materiaal
  • 2 speren
  • touw
  • 4 pionnen om volleybal gebied te markeren
  • lichte medicinbal (rood)
Uitvoering
  • 2 teams samenstellen (maximaal 5 per team)
  • Klein volleybalveld maken (niet te breed, doel is dat de kinderen toch vooral de bal vangen)
  • Hoogte touw, maximaal 2 meter.
  • Team 1 begint. Bal moet vanuit de borst met gestrekte armen en beide benen op de grond over het net worden gegooid.
  • Team 2 moet bal opvangen. Indien dit niet lukt, scoort team 1 een punt. Team 2 gooit vervolgens bal weer terug, etc.
  • Wordt de bal verkeerd gegooid, naar krijgt tegenpartij een punt en gaat de bal ook naar de tegenpartij.
  • Team die als eerste 10 punten behaald is winnaar.
Varianten
In plaats van borstworp kan ook geoefend worden met werpen van achter de nek (ingooien zoals bij voetballen).

Stoot en renspel

Doel
Baltechniek in spelvorm gecombineerd met sprint.

Materiaal 
  • 5 pionnen
  • 1 lichte medicinbal (rood)
  • 6/7 (afhankelijk van aantal kinderen) ringen/hoedjes 

Uitvoering
  • Kinderen in 2 gelijke groepen verdelen: groep 1 loopt estafette, groep 2 doet stootgedeelte.
  • Groep 1 stelt zich op bij pion 1.
  • Groep 2 verdeelt zich rondom pion 5 in een cirkel en gaat staan op/bij de hoedjes.
  • Bij startsignaal start estafette...kind 1 rent rondje en tikt kind 2 aan
  • Tegelijkertijd start groep 2 met de bal rondgooien. 
  • Techniek moet goed toegepast worden, bal vanuit borst wegstoten, beide benen op de grond.
  • Zodra bal weer terug is bij 1e kind is 1 ronde afgelegd.
  • Mocht de bal vallen, dan moet de bal weer terug naar 1e kind zodat deze ronde opnieuw weer moet beginnen.
  • Als groep 1 klaar is, stopt tegelijkertijd ook het rondstoten van de bal.
  • Groep 2 onthoudt het aantal ronden dat de bal is rondgegaan.
  • Groepen wisselen en winnaar is degenen die het meest aantal rondjes met de bal heeft gerealiseerd.

Bal-estafette

Doel
Baltechniek in spelvorm.

Materiaal
  • Lichte medicinballen (rood, niet te zwaar voor pupillen), aantal afhankelijk van groepjes
  • Pionnen
Uitvoering

  • Groepjes vormen van minimaal 4 kinderen (mag ook meer).
  • Elk groepje stelt zich op achter de startlijn.
  • Elk vak staat voor een aantal punten.
  • Doel van het spel is in zo snel mogelijke tijd zoveel mogelijk punten halen.
  • Kind 1 staat klaar met bal.
  • Bal wordt vanuit de borst met gestrekte armen zo ver mogelijk geworpen. Beide voeten op de grond houden.
  • Punten worden toegekend op basis van het gebied waarbinnen de bal terecht is gekomen.
  • Kind 1 sprint naar de bal om de bal op te pikken en terug te brengen naar kind 2.
  • Herhalen totdat alle kinderen klaar zijn.
  • Alle punten optellen en de groep die als eerste klaar is krijgt nog 2 bonuspunten.

Eenvoudige baloefeningen

Doel
kracht, coordinatie en techniek voor kogelstoten/balwerpen

Materiaal
lichte, kleine medicinballen (rood, let op de zwaarte, voor kleine pupillen zijn de ballen al snel te zwaar)

Uitvoering
  • Groepjes van 2/3 kinderen maken. 
  • Elk groepje voorzien van 1 bal.
  • Kinderen tegenover elkaar zetten.
  • Beide voeten naast elkaar op de grond.
  • Rug recht houden.
  • Bal met 2 handen voor de borst
  • Wegstoten met gestrekte armen naar kind 2.
  • Beide voeten naast elkaar op de grond houden.
  • Elk kind bijvoorbeeld 20x laten gooien, kinderen bijvoorbeeld zelf laten optellen hoeveel keer ze gegooid hebben.
Variatie 1
  • Oefenen voor kogelstoten/balwerpen.
  • Basispositie voor balwerpen innemen.
  • Lichaamsgewicht hangt boven rechtervoet, linkerbeen is gestrekt naar voren.
  • Bal met 2 handen vasthouden bij rechterschouder.
  • Heupen indraaien.
  • Bal omhoog wegstoten met gestrekte armen vanuit de borst.
  • Beide benen op de grond houden.
Variatie 2
  • Coördinatie-oefening
  • 1 voet voor, 1 voet achter
  • Bal met 2 handen voor de borst.
  • Tijdens de stoot spring je in de lucht en wisselen de benen om van positie.
  • Kind moet dus ook goed neerkomen op beide positie nadat bal is weggeworpen.

vrijdag 2 oktober 2009

Looptechniek Straight leg run (russische dans)

Looptechniek High-knee (knie-inzet)

Looptechniek B-skip (knie-inzet met extensie)

Looptechniek oefeningen

Naar aanleiding van het uitgebreide stuk over looptechniek, een aantal looptechniek oefeningen in de praktijk gebracht in onderstaande video. Te zien zijn onder andere een aantal vormen die in de recente praktijktraining aan de orde zijn geweest :
- overkruisen (karaoke drill)
- knie-inzet (high knee drill / skipping)
- knie-inzet met extensie (B-skip drill)
- knie-inzet / hakken bil (but-kick)
- quick feet
- russische dans (straight leg run)

Trippling

Een oefening met als doel het afwikkelen van de voet oefenen, waarbij de nadruk ligt op soepele, losse enkels en ontspanning in je onderbenen. Til losjes je knieën op, zodat net je voeten van de grond komen. Je zet niet af met je voet.


  • kleine pasjes (ongeveer 10 cm);
  • de voorvoet maakt het eerst contact;
  • op het einde van de voorste steunfase raakt de hak licht de ondergrond;
  • op het einde van de achterste steunfase op de bal van de voet komen;
  • de totaalbeweging is ‘een rollen over de bal van de voet’;
  • het lichaamszwaartepunt hoog houden;
  • de blik is naar voren gericht.


Looptechniek

Zinvolle achtergrond- en basisinformatie dat van belang is voor het geven van goede loopscholing. Hardlopen, goed hardlopen, zeker als wedstrijdvorm, moet beschouwd worden als een technisch onderdeel, net als speerwerpen, kogelstoten of andere vormen van sport waarbij de techniek een wezenlijk onderdeel is van het kunnen presteren. Lopen, hardlopen, wordt echter nog teveel beschouwd als een conditioneel gebeuren. Technische nummers vragen specifieke scholing om de techniek optimaal te kunnen uitvoeren, met alle hierbij van belangzijnde leerprocessen.

Met dank aan Reinier, die dit stuk heeft samengesteld en in praktische zin aan ons heeft uitgelegd.


donderdag 1 oktober 2009

donderdag 10 september 2009

maandag 7 september 2009

Dobbelstenen

Doel
Warming-up

Materiaal
Een paar grote dobbelstenen; 6 pionnen (genummerd 1 t/m 6, of gemarkeerd met een bordje)


Uitvoering
Maak een start lijn. (beter, gebruik de lijn voor het speer-, bal werpen)Plaats de pionnen op verschillende afstanden in het veld. Nummers niet op volgorde, lekker door elkaar heen.Verdeel de groep in groepjes van 4-5.Ieder lid van de groep mag 1 keer de dobbelsteen gooien. De groep rent vervolgens om de pillon gemarkeerd met het gegooide nummer.Na het opnieuw passeren van de start lijn zoekt de groep een vrije plaats achter de lijn. De pupil die de dobbelsteen heeft gegooid mag een oefening verzinnen die door de gehele groep moet worden uitgevoerd (bv 10 maal opdrukken, twintig keer springen etc etc etc).Vervolgens mag de volgende uit de groep de dobbelsteen gooien, en herhaalt alles zich todat ieder lid van de groep één maal heeft gegooid.


Variaties
Ieder lid mag meerdere malen gooien.
De afstanden van de pionnen kunnen sterker variëren.

zaterdag 29 augustus 2009

Warming-up Wandelspel

Materiaal
Fluitje

Uitvoering
De pupillen lopen op het veld door elkaar heen. Wanneer er wordt gevloten roept de trainer een getal. De pupillen vormen groepjes van het aantal dat is geroepen. In ieder groepje geven de pupillen elkaar een hand en noemen de naam van de andere pupil.
Het aantal dat wordt genoemd varieert steeds.

Variaties
In plaats van eenvoudigweg door elkaar heen lopen kunnen er verschillende opdrachten worden gegeven. Bv. hinkelen, huppelen, hand-in-hand lopen, laag bij de grond lopen, huppen met beide voeten tegen elkaar aan, etc. etc.

Tikspel in een cirkelvorm

Materiaal:
Pilonnen, één minder dan het aantal kinderen.
(bij een grote groep kan ook één pilon per twee kinderen worden gebruikt)



Organisatie:
Zet met pilonnen een cirkel uit. Zorg dat er precies één pilon minder is dan het aantal kinderen.



Stofomschrijving:
Er is één "tikker", de andere kinderen gaan bij een pilon van de cirkel staan. De tikker rent rustig aan de buitenkant om de cirkel. De tikker mag tijdens het rennen een kind op de schouder tikken en "kom mee" of "ga weg" roepen. In het eerste geval rent het kind in dezelfde richting als de tikker, in het andere geval rent het kind in de tegengestelde richting. De tikker en het kind sprinten een heel rondje om de cirkel. Wie als eerst terug bij de pilon is, wint de race.


Het kind dat als laatst terug bij de pilon is, wordt de nieuwe tikker. Deze gaat weer rustig om de cirkel rennen. Als vaker hetzelfde kind de tikker is, kan je als trainer ingrijpen (een ander kind kiezen). Een andere mogelijkheid is dat het aangetikte kind altijd de nieuwe tikker wordt.


Variatie mogelijkheden:
  • In de plaats van één pupil twee pupillen die als team samenwerken. Bij iederen pion staan dan ook twee pupillen. Dit is een mooie variant wanneer de groep groot is en de pupillen te veel stil dreigen te staan...
  • Tussen de tik spelletjes door kan je de pupillen gelijktijdig rond de cirkel laten rennen. Allen in dezelfe richting, afwisselen één of twee rondjes. Raken de pupillen weer wat vermoeid ga dan weer verder met het tik spel.
  • Er kunnen verschillende opdrachten worden gegeven die de pupillen tijdens het rennen moeten uitvoeren. Huppelen, hinkelen, etc etc.
Note: gebaseerd op een Oefenvorm van jeugdatleet.nl

Eierrace

Leuke spelvorm voor mini-pupillen en pupillen C/B om het sprinten te oefenen in combinatie met behendigheid.

Benodigd
- 4 lepels (1 lepel per groep)
- 4 tennisballen (1 bal per groep)
- 4 eieren (1 ei per groep)
- minimaal 5 pionnen om de lijnen te markeren

Opzetten van het parcours
Zet op het grasveld of op de sintelbaan als volgt een parcours uit.
- Startlijn 0, gemarkeerd door 1 pion.
- Lijn 1 20 meter na de startlijn, gemarkeerd door 1 pion
- Lijn 2, 20 meter na lijn 1, gemarkeerd door 1 pion
- Lijn 3, 20 meter na lijn 2, gemarkeerd door 1 pion
- Lijn 4, 20 meter na lijn 3, gemarkeerd door 1 pion

In totaal is het parcours dus 80 meter. Het maakt niet uit of dit 1 lange rechte lijn is, of dit meeloopt met de bocht van de sintelbaan.

Uitvoering
Formeer groepjes van 4 (5 mag ook) kinderen van gelijkwaardig niveau. 1 kind krijgt de lepel en de tennisbal. De andere 3 kinderen stellen zich op achter de startlijn. Na het startteken sprinten de 3 kinderen zo snel mogelijk naar lijn 1. Op moment dat de laatste van deze 3 kinderen de lijn heeft gepasseerd wordt een arm omhoog gestoken als teken dat degene met de lepel en de bal mag starten om zo snel mogelijk, zonder de bal te laten vallen, naar de andere 3 kinderen te lopen. Schiet de bal van de lepel, pech! Terug naar de lijn en opnieuw beginnen.

Aangekomen bij de 3 kinderen wordt de lepel en bal overgedragen aan een ander kind. Zodra dat heeft plaatsgevonden, sprinten de overige kinderen naar lijn 2. Opnieuw, zodra het laatste kind over de lijn is, wordt de hand opgestoken en kan het kind bij lijn 1 met de lepel en bal starten.

Dit herhaalt zich bij lijn 3 en bij lijn 4. Zijn alle kinderen bij lijn 4 aangekomen, m.a.w. het laatste kind met de lepel en bal heeft de 3 andere kinderen bij lijn 4 bereikt, dan sprinten alle 4 de kinderen zo snel als mogelijk terug naar de startlijn (een sprint van 80 meter dus!)

Eerst een paar keer uitleggen en oefenen, daarna werkt het stimulerend om er bijvoorbeeld een wedstrijd van te maken en punten te geven aan elk team in volgorde van binnenkomst en dit 3 a 4 keer te herhalen. Als bonus kan de laatste race met echte eieren gelopen worden, de kinderen vinden dat erg spannend, zeker als je vertelt dat de eieren niet gekookt zijn ;-)